Reglement.

Cyclo Triade

Cyclo Triade reglement

Het Spel Cyclo Triade behelst de drie regelmatigheidscriteriums in het veldrijden, zijnde de UCI Wereldbeker, de Hans Grohe Superprestige en de Bpost Bank Trofee. Een speler stelt drie teams samen zodat hij één team per criterium heeft. Hij kiest daarvoor renners uit de lijst van beschikbare renners. Als een renner, bv Sven Nys, in het team voor de Wereldbeker zit, kan hij niet meer geselecteerd worden in het team voor de Superprestige of Bpost Bank Trofee.
Voor ieder team zijn er aparte regels, hiervoor wordt gebruik maakt van de manier waarop de bestaande criteriumklassementen worden bijgehouden.

Bpost Bank Trofee:

Een speler heeft een selectie van 6 renners: 1 A-renner, 2 B-renners, 3 C-renners. De drie beste tijden van zijn renners worden samengeteld (aftrek van bonificaties inbegrepen) om het dagklassement te bepalen. De speler met de beste samengetelde tijd is de dagwinnaar. De tijden van het dagklassement worden samengeteld om een algemeen klassement te bekomen. Na acht veldritten is de winnaar van het algemeen klassement bekend.
In geval van ex aequo bij dagwinst, wordt gekeken naar de tijd van de vierde renner. De speler met de beste vierde renner wint dan. Is er dan nog een ex aequo wordt er gekeken naar de tijd van de vijfde en indien nodig zesde renner. Is er nog steeds een ex aequo, dan is de plaats in het algemeen klassement doorslaggevend. Is er nog geen algemeen klassement (eerste klassementsproef) of is er ook hier een gelijkheid, dan bepaalt het lot wie er wint.
In geval van ex aequo bij het algemeen eindklassement, wordt er gekeken naar wie er het beste staat in het combinatieklassement.

Wereldbeker:

Een speler heeft een selectie van 9 renners: 2 A-renners, 3 B-renners en 4 C-renners. Ieder van deze renners verdient punten aan de aankomst volgens de punten die de UCI toekent in het wereldbekerklassement (de eerste 50 renners krijgen punten). De opgetelde punten van alle 9 renners vormen samen de dagscore, de speler met de meeste punten is de dagwinnaar. Bij gelijkheid van punten wordt er gekeken naar de posities van de renners, bijvoorbeeld: een score behaald met de 1e, 2e, 4e en 7e is haalt het van die met de 1e, 2e, 5e, 6e en 47e. Hebben twee spelers dezelfde uitslagen dan hebben ze vermoedelijk exact dezelfde ploeg, dus in dit geval zijn er twee winnaars.
De opgetelde dagscores vormen het algemeen klassement. Bij gelijkheid van punten wordt er gekeken naar wie het beste staat het combinatieklassement.
Let op: de Wereldbeker wordt gereden met nationale selecties, niet iedere renner neemt deel.

Superprestige:

Een speler heeft een selectie van 6 renners: 1 A-renner, 2 B-renners en 3 C-renners. Ieder van deze renners verdient punten aan de aankomst volgens de punten die de Superprestige toekent in het Superprestigeklassement (de eerste 15 renners krijgen punten) . De opgetelde punten van alle 6 renners vormen samen de dagscore, de speler met de meeste punten is de dagwinnaar. Bij gelijkheid van punten wordt er eerst gekeken naar de posities van de renners, bijvoorbeeld: een score behaald met de 1e, 3e, 6e, 9e, 10e en 13e haalt het van die met de 2e, 3e, 5e, 9e, 11e en 12e.
De opgetelde dagscores vormen het algemeen klassement. Bij gelijkheid van punten wordt er gekeken naar wie het beste staat in het combinatieklassement.

Combinatieklassement:

Het combinatieklassement wordt samengesteld aan de hand van de posities in de drie klassementen. De plaats in het klassement telt als een punt. Zo levert een 3e plaats in de stand voor de WB, een 2e plaats in de stand voor de BBT en een 6e plaats in de stand voor de SUP in totaal 11 punten op. De speler met het minst aantal opgetelde punten, leidt het combinatieklassement. Het combinatieklassement wordt aangepast na iedere proef van een van de drie klassementen. Als alle proeven van alle klassementen gereden zijn, is ook de eindwinnaar van het combinatieklassement bekend.
Wanneer het combinatieklassement uitsluitsel moet geven over wie wint in een van de drie eindklassementen, wordt dat gedaan op basis van de stand zonder de verrekening van de laatste proef van het eindklassement in kwestie (want die stand is namelijk nog niet geweten). Als het combinatieklassement in geval van ex aequo uitsluitsel moet geven over de eindwinnaar in de Wereldbeker en deze spelers staan gelijk in het combinatieklassement, dan wint diegene die het beste staat in de Superprestige.
Wanneer het combinatieklassement zelf eindigt in een ex aequo, dan gaat de zege naar de speler met de hoogste notering in het eindklassement van de Wereldbeker.